Op maat voor toekomstbestendig onderwijs

Het (voorbereidend) beroepsonderwijs ziet de context waarin het werkt veranderen. Het aantal potentiële deelnemers neemt af, terwijl de vraag naar hooggekwalificeerde professionals toeneemt. Nederland zal er alles aan moeten doen om zoveel mogelijk mensen een leven lang op te leiden voor onze moderne, kennisintensieve maatschappij. Met de profielen en keuzevakken in het vmbo, de herziene kwalificatiestructuur en de keuzedelen in het mbo wil de overheid bereiken dat leerlingen meer keuzevrijheid krijgen, dat regionale focus en het snel inspelen op ontwikkelingen mogelijk wordt, dat scholen zichzelf beter kunnen profileren en dat er samenwerking kan ontstaan tussen scholen onderling en tussen scholen en het bedrijfsleven. Onderwijsbeleidsmedewerkers Ieke van Velden en Maarten Wevers vertellen hoe Aeres (V)MBO deze onderwijsvernieuwing implementeert en waar ze tegenaan lopen.

Inhoud

  • Onderwijsvernieuwing opent deur voor maatwerk
  • Keuzevrijheid en profilering
  • Uitdagingen in de praktijk
  • Goede ontwikkeling?

> Onderwijsvernieuwing opent deur voor maatwerk 

Na jaren van voorbereiding is in 2016 en 2017 een grondige onderwijsvernieuwing afgerond. Het vmbo werkt nu met tien profielen. In het mbo is het aantal kwalificatiedossiers sterk teruggebracht. Tegelijkertijd zijn in het vmbo keuzevakken en in het mbo keuzedelen geïntroduceerd. De bedoeling van de veranderingen is enerzijds dat het onderwijsveld beter en sneller in kan spelen op de behoeften van de dynamische (regionale) arbeidsmarkt én de individuele leerling en student. Anderzijds wordt beoogd om de structuur die aan de basis van het (v)mbo-onderwijs ligt te versimpelen, zodat er door de jaren heen minder vaak wijzigingen nodig zijn.

 
Profielen en keuzevakken in het vmbo (boven) | Keuzedelen in het mbo (onder)

Iedere vmbo- en mbo-opleiding bestaat nu uit een kwalificerend deel en een gedeelte met keuzevakken en -delen. Beide tellen op den duur mee voor het diploma (mbo vanaf cohort 2020-2021). In het vmbo bestaat het kwalificerende deel uit het profieldeel en de algemeen vormende vakken. In het mbo is het kwalificerend deel op zich een volwaardige basisopleiding voor een bepaald beroep. Het zijn de keuzevakken en –delen, die de opleiding flexibel en persoonlijk maken.
Als alle ideeën gaan werken, kan een school maatwerk leveren voor beginnende professionals en werkende professionals tot herintreders, buitenlanders en omzwaaiers. De school wordt dan een leerplek voor het leven.

> Keuzevrijheid en profilering 

De keuzevrijheid die deelnemers via keuzevakken en -delen krijgen, is sterk afhankelijk van wat een school intern kan en wil (profilering). De school maakt een keuze uit de landelijke lijst met momenteel zo’n honderd vmbo-keuzevakken en 974 mbo-keuzedelen. Iedere school kan ook nog keuzevakken en -delen toevoegen aan de lijst. Daarvoor is wel samenwerking nodig met het bedrijfsleven en in het vmbo, ook met het mbo. Ze moeten de aanvraag samen indienen en aangeven waarom het vak of deel nodig is.

Wevers: “Aeres laat de locaties vrij in de keuze van de keuzevakken (vmbo) en keuzedelen (mbo). Zij bepalen waar ze goed in zijn en wat ze relevant vinden voor hun locatie. Er zijn onderwijsinstellingen waar het bestuur de keuzes op voorhand inperkt, maar Aeres doet dat niet.”
Van Velden: “Dat heeft te maken met de profilering van onze locaties, die nogal divers is. De locatie Velp profileert zich bijvoorbeeld met groen en creatief. De aangeboden keuzevakken (vmbo) en keuzedelen (mbo) passen bij die profilering. Datzelfde geldt voor de verbinding van stad en natuur in Almere. De mbo-locatie in Dronten is biologisch-dynamisch enzovoort.”

Door de profilering duidelijk herkenbaar te vertalen naar locatiespecifieke keuzevakken en -delen kunnen de locaties nog beter laten zien waar hun kracht ligt. Kijkend naar de keuzevakken en -delen van een locatie, kunnen toekomstige vmbo-leerlingen of mbo-studenten al vooraf zien of een specialisatie van de school bij ze past.

Van Velden: “De keuzevakken in het vmbo zijn bedoeld om leerlingen voor te bereiden op hun toekomstige beroep en de vervolgopleiding. Omdat we een groene school zijn, biedt Aeres VMBO al vanaf klas 1 het profiel groen aan. Niet alle leerlingen kiezen groene keuzevakken, omdat ze bijvoorbeeld in de zorg gaan werken.” 
Wevers: “Studenten van Aeres MBO kunnen eigen combinaties van keuzedelen kiezen of een arrangement. Dat zijn door de school samengestelde combinaties van bij elkaar horende keuzedelen. Studenten hebben de keuze uit drie soorten keuzedelen. Je hebt allereerst de verdiepende delen. In de opleiding Teelt zit bijvoorbeeld de teelt van aardappelen in de basisopleiding. Studenten van Aeres MBO Emmeloord die later een ander gewas willen telen, kunnen daar keuzedeel ‘Teeltspecialisatie’ kiezen om een tweede teelt te leren kennen. Voor de opleiding veehouderij biedt Aeres MBO Barneveld zo ongeveer alle mogelijke keuzedelen met dieren aan. Het houden van varkens, kippen of melkvee vraagt echt andere kennis en vaardigheden. Een varken hoef je niet te melken en een melkkoe gaat niet in de rui. Datzelfde doen ze voor dierhouderij en groen, grond en infra. Zo bepaalt iedere locatie haar eigen aanbod. De tweede soort zijn de verbredende keuzedelen zoals inspelen op innovaties, natuurkunde, scheikunde en wiskunde of ondernemerschap. Deze zijn vaak algemener van aard. Aeres MBO vindt ondernemerschap zo belangrijk, dat dat keuzedeel in veel arrangementen terugkomt als het nog niet in het kwalificerend deel van de opleiding zit. De derde soort zijn de doorstroomkeuzedelen. Die zijn bedoeld voor studenten die naar een hoger mbo-niveau of het hbo willen doorstromen. Ze kunnen bij ons delen van een hoger niveau kiezen, zodat ze daar later vrijstellingen voor krijgen.”

> Uitdagingen in de praktijk 

Weten wat je wilt aanbieden, is maar één kant van de zaak. Direct daarop volgt de vraag: hoe gaan we dat doen?

Bevoegdheid

Eén van de grote uitdagingen in deze onderwijsvernieuwing zijn de bevoegdheden van de docenten.
Van Velden: “Landelijk is er nog geen uitspraak over de bevoegdheid voor de keuzevakken. Het kan twee kanten op gaan. Of je bent met je profielbevoegdheid ook bevoegd voor de keuzevakken bij dat profiel of het wordt vrijgelaten. Het is op dit moment nog onzeker. Wel betekent het dat docenten in het vmbo alleskunners moeten worden.” Een deel van de docenten in het groene vmbo volgen de bijscholing vmbo-profiel Groen bij Aeres Hogeschool Wageningen.
Wevers: “In het mbo is er geen bevoegdheidseis, wel is er een bekwaamheidseis. Het College van Bestuur van Aeres bepaalt of iemand voldoet aan onze bekwaamheidseisen. In de regel betekent dat, dat een mbo-docent minimaal een hbo-diploma met een Pedagogisch Didactisch Getuigschrift moet hebben. Veel docenten hebben echter een diploma van Aeres Hogeschool Wageningen. Een enkele uitzondering kan gelden voor toppers uit een vakgebied, die gastlessen komen verzorgen. Voor een enkele gastles geldt deze bevoegdheidseis niet.”

Organisatie

De komst van de keuzedelen zorgt voor meer mogelijkheden, maar ook voor meer (rooster)werk en nieuwe vragen. Wevers: “Wat doe je bijvoorbeeld met docenten van wie de keuzevakken of -delen niet gekozen zijn, welke (regionale) ontwikkelingen zijn wel of niet van belang om op in te spelen en hoe houd je het onderwijs rendabel en de papierstroom onder controle?
Het lesmateriaal is ook een uitdaging. De uitgeverijen richten zich op de generieke onderdelen. De rest moeten de scholen zelf regelen. De aoc’s vinden elkaar voor de ontwikkeling van materialen voor de groene keuzevakken en -delen. Er zijn ook nog een aantal kinderziektes. We zien bijvoorbeeld dat de voorlichting naar de deelnemers beter moet.“

Samen gevolgen krimp oplossen

Keuzevakken (vmbo) en keuzedelen (mbo) zijn niet alleen gekoppeld aan een opleiding of school. Leerlingen en studenten mogen naar een andere school binnen de eigen onderwijsinstelling als deze een keuzevak of -deel aanbiedt dat zij willen volgen. Dit is binnen Aeres VMBO echter nog niet geregeld. In het mbo is het mogelijk om keuzedelen van een andere onderwijsinstelling op te nemen in het keuzedelenaanbod van Aeres MBO.
Wevers: “Aeres MBO Ede heeft voor de Food-opleiding afspraken met ROC A12 gemaakt, zodat Food-studenten een keuzedeel bij het ROC kunnen volgen. Dit keuzedeel is gericht op techniek en machinebouw, zoals dat ook in de levensmiddelenindustrie aan bod komt. Aeres MBO is goed in het werken met deze machines, maar heeft geen opleiding gericht op het ontwerpen en onderhouden daarvan. Die kennis zit bij het ROC. Om die uitvoering elders te regelen, moeten de roosters van de twee scholen wel op elkaar zijn afgestemd.”
Van Velden: “Je kunt zo ook de krimp opvangen. Hebben twee scholen voor een bepaald keuzevak of -deel allebei een halve klas, dan kun je ze op papier samenvoegen. Het probleem is dat je van tevoren niet weet wat deelnemers gaan kiezen. Je kunt dus pas contact opnemen met andere scholen als je een kleine groep ziet ontstaan. Daarna moeten beide scholen het om te beginnen eens worden over de inhoud van het vak of deel en daarna over het rooster. Maar het kan, het is een optie voor de toekomst.”

> Goede ontwikkeling?

Wevers: “Op zich is het een goede ontwikkeling, we mogen alleen onze weg nog beter vinden. Ik zie vooral kansen in de toekomst voor de maatwerkprogramma’s in het mbo. Studenten die een heel programma doorlopen krijgen een diploma, werkenden die voor een specifiek onderdeel komen, een certificaat. Je kunt ook kijken wat iemand al geleerd heeft, schat dat op waarde en bied vervolgens een maatwerktraject van bijvoorbeeld keuzedelen aan. In het verleden lukte dat vaak niet omdat scholen de flexibiliteit niet hadden om daar mee om te gaan en uiteindelijk toch een compleet traject aanboden. Dat wordt nu anders. Je kunt werkenden ook gericht bijscholingen aanbieden als er nieuwe ontwikkelingen zijn. De structuur van de herziene kwalificatiestructuur (HKS) maakt het mogelijk om te denken in programmeerbare onderdelen zoals keuzedelen. Het volgen daarvan kan een certificaat met civiel effect opleveren.”

Van Velden: “Het zou mooi zijn als we doorlopende en verkorte leerlijnen kunnen aanbieden. Alle pogingen tot nu toe lopen ergens vast. We komen steeds iets tegen dat niet op elkaar aansluit. Daar zou nu misschien iets aan kunnen veranderen.”