In een relatief korte periode zette het project Strengthening of Vocational Education and Training for food security in Myanmar belangrijke ontwikkelingen in gang. Projectleider Arie de Jong van Aeres schetst hoe dit project van Wageningen UR, de AOCs Lentiz en Wellant, MDF en Aeres uitgroeide tot een succesverhaal.
De Jong reisde samen met zijn collega Teus Korevaar in 2015 naar Myanmar om de stand van zaken van het landbouwonderwijs op te maken. Hij deed dit op verzoek van de toenmalige landbouwattaché Geert Westenbrink. Hij richtte de aandacht met name op het agrarisch middelbaar beroepsonderwijs. Myanmar wil niet alleen zelfvoorzienend zijn, maar op termijn voedsel gaan exporteren. Het onderwijs dat De Jong in Myanmar aantrof was star. Lestijden en curriculum waren uniform. Er werd geen rekening gehouden met lokale mogelijkheden en beperkingen van grondsoorten, klimaatomstandigheden of gewassen. Het ministerie van landbouw van Myanmar is centralistisch ingericht en is ook verantwoordelijk voor het landbouwonderwijs. Dat heeft volgens De Jong het voordeel dat de lijnen kort zijn: ‘Je hoeft niet alle niveaus apart te overtuigen’. De opleidingen bevatten wel veldwerk en praktijklessen, maar de groepsgrootte is een belemmering voor het aanleren van vaardigheden.’
Twee dagen reizen
In overleg met het ministerie in Myanmar werd bepaald dat de projectopdracht gericht moest zijn op sectorale verscheidenheid en arbeidsmarktgericht en competentiegericht onderwijs. Aeres en het Myanmarese ministerie van Landbouw, Irrigatie en Veeteelt werden samen verantwoordelijk. De Jong formeerde een Educational Support Team (EST), met mensen uit het trainingscentrum van het ministerie van Landbouw van Myanmar, het ministerie zelf en vertegenwoordigers van de pilotscholen. Myanmar bood verrassend veel ruimte voor uiteenlopende meningen, en het enthousiasme en de betrokkenheid was op alle niveaus groot. Bij bijeenkomsten waren de headmasters van alle scholen steevast aanwezig, terwijl dat voor velen toch vaak twee dagen reizen betekent. Die omstandigheden zorgden er volgens De Jong voor in het landbouwonderwijs van Myanmar, ondanks de traditionele, leerstofgerichte didactiek toch snel veel veranderingen konden worden doorgevoerd. Het proces wordt door Aeres aangestuurd.
Vernieuwd curriculum
Arie de Jong startte in 2015 en al in november 2018, bij de start van het Myanmarese schooljaar, werd voor 1200 eerstejaarsstudenten een vernieuwd curriculum ingevoerd. In eerste instantie voor bekende vakken, waarvoor de didactiek is aangepast. De scholen werken nu met lesplannen en activerende werkvormen, en er is een nieuw vak ingevoerd: social skills, gericht op ondernemerschap, arbeidsmarkt, samenwerken en samenwerkend leren. Er is een start gemaakt met het invoeren van de beroepsprofielen landbouwvoorlichter en ondernemer. De Jong: ‘Als je het voor elkaar krijgt dat in heel Myanmar in te voeren, bouw je op termijn het landbouwonderwijs van de grond af opnieuw op.’
Verschillende kennis, hetzelfde niveau
In het tweede en derde jaar worden er regionale specialisaties aan het curriculum toegevoegd. Er komen drie specialisaties, zogenaamde advanced technical modules (ATM’s), en er kan per school worden gekozen uit bijvoorbeeld rijst, aardappels, dairy of poultry.
Anders denken
De Jong over de vernieuwde opzet: ‘Het denken in dat soort termen is in Myanmar volslagen nieuw. Na de opleiding hebben de studenten straks niet meer allemaal dezelfde kennis en kunde, maar wel allemaal hetzelfde niveau.’ Het enthousiasme is zo groot dat ook de andere scholen van de groep waar de pilotscholen uit werden verkozen willen meedoen. Zij stappen in november 2019 in. Arie de Jong kijkt inmiddels al weer verder. Bovenaan zijn verlanglijstje staat een lerarenopleiding, om te beginnen met een jaarprogramma aan de agrarische universiteit van Myanmar. Maar: ‘Het moet wel allemaal passen bij de ontwikkelingen in het land.’
Klimaat en milieu
Bij de zorg voor klimaat en milieu wordt overwogen Climate Smart Agriculture als aparte module of als doorsnijdend thema in te voeren. Het gevaar ligt immers op de loer dat het streven naar zelfvoorziening en voedselexport en de zorg voor milieu en duurzaamheid in het verdomhoekje terecht komen. Op initiatief van Aeres komen stakeholders met projecten in het middelbaar beroepsonderwijs van Myanmar dit voorjaar bij elkaar om onderwerpen als deze te bespreken en te coördineren. De resultaten kunnen dan in het project worden ingebed.
Neem contact op
Arie de Jong probeert ondertussen zoveel mogelijk collega’s bij het project te betrekken. Want: ‘Myanmar is een land met een grote landbouwpotentie, waar Nederlandse bedrijven actief zijn en waar Aeres ook in andere landen mee samenwerkt. Dit project draagt bij aan de internationalisering van ons onderwijsaanbod. Ik probeer ruimte te bieden aan docenten en studenten, ook van Lentiz en Wellant, om ervaring op te doen of stage te lopen.’ Zijn oproep aan studenten die geïnteresseerd zijn in een stage bij een succesvol project is dan ook: ‘neem contact op!’.